Mission Report
A report from a mission to the Dominican Republic
by Martin Cerneus and Ruben Brugman





Geliefden,

U heeft voor zich een reisverslag van twee broeders die vanuit Nederland naar de Dominicaanse Republiek zijn afgereisd om diverse doeleinden. Een daarvan was het dienen van de Heer daar waar mogelijk op te bouwen. Het is nu hun verlangen dat zowel in Nederland als in Vlaanderen leden van de Gemeente van Christus worden mede opgebouwd door te lezen over de opgedaane ervaringen.

De situatie in de Gemeenten op dit verre eiland is niet alleen anders, maar in sommige opzichten ook beter. In het laatste geval kan het daarom ook als voorbeeld dienen voor de gelovigen hier.

De gebeden van de broeders daar en die er zijn geweest, zijn dat het u allen wèl gaat en dat God u zal blijven opbouwen, Hem liefhebbend en dienend uit dank voor zijn genade.

Tevens mag uw dienst aan de Heer en zijn Gemeente vorm krijgen door een financiële bijdrage. Worden wij als rijke westerlingen van alle kanten hierom benaderd, dan hopen wij dat u als blijmoedige gever ook de heiligen in armoede aandachtig houdt, ook in uw gebeden. Meer informatie hoe u financieel de broeders en zusters kunt bijstaan vindt u achterin het verslag. Moge dit verslag u veel leesplezier bieden en een aanmoediging zijn voor uw geloofsleven.
 
 
 
 

R e i s v e r s l a g :

Het land en zijn inwoners: (Martin)

De DR (Dominicaanse Republiek) is een van de drie grote Caribische eilanden tussen Cuba en Puerto Rico waar Spaans werd gesproken. Het klimaat is subtropisch. In de zomer wordt het circa 30°en in de winter 24° . In het herfst seizoen vormen zich 'huracanes' die altijd door mensen met slechte huisvesting gevreesd worden. Het landschap en vegetatie zijn heel gevarieerd. Van kokosnoot stranden tot steile bergen met zones van koude lucht waar cacao planten overgaan in naaldbossen, en op het hoogste punt ligt zelfs sneeuw.

De DR heeft ongeveer de oppervlakte van Nederland met een bevolking van ca. 6 miljoen zielen. De hoofdstad is uitgestrekt en groeit snel. Het wegennet is slecht onderhouden, elektriciteit en water vallen dagelijks urenlang weg, van afval vernietiging is er amper sprake. In de armste wijken vindt je de 'semilleros' waar mensen hun onderdak van oud materiaal bouwen; aan elkaar gespijkerd soms tot vier lagen boven elkaar. Hier vind je soms de gekste onderdelen in verwerkt. Maar vergeleken bij buurland Haïti, is het in de DR nog redelijk vertoeven.

Er wordt bijna nooit een oude koelkast of zo definitief weggegooid. Dit lijkt ons een door de armoede opgelegde methode van recycling. Want als de overheid het laat afweten, verzint de bevolking wel een weg, zoals ook bij het transportprobleem. De welgestelde dominicaan rijdt in een airconditioned jeep. Maar wat doe je als je geen auto hebt en er maar een handvol buslijnen rijden? Je stapt voor 2 peso's in een 'carro publico' (publieke poel-taxi). Dan maak je voor Europees begrip een ongelooflijke reis, in een oude personenauto die uit elkaar dreigt te vallen, terwijl je zelfverloochening op de proef wordt gesteld wanneer de 6e passagier zich in de wagen drukt. Met 2 x overstappen haal je wel goedkoop het andere einde van de stad en beluister je nogal wat gesprekken. Het moet je dan ook niet verbazen als de broeders tijdens zo'n rit aan de passagiers en de chauffeur het evangelie preken.
 

Aankomst op het vliegveld "Las Americas": (Ruben)

Vanaf Schiphol duurde de vlucht 10½ uur, terug zou dat maar 8½ uur worden. Een aantal reizigers droeg nog warme kleren toen we al op de luchthaven van Santo Domingo, de hoofdstad van Dominicaanse Republiek, in de rij voor de douane stonden. Het duurde allemaal wat langer dan in andere landen voordat onze bagage te voorschijn kwam maar uiteindelijk konden we een sprintje wagen langs de vele kruiers. Meteen buiten werden we onthaald op vriendelijke glimlachen: de familie van Martin stond ons al geruime tijd op te wachten. Onze loodzware koffers vol met fruit en geschenken laadden we achterop de laadbak van een pick-up truck. Na een korte en rustige woordenwisseling met een politieagent konden we op weg. Ik had mijn plek ingenomen achterop de laadbak. Een warme avondlucht woei tijdens de rit net iets te veel dus ik haalde al snel mijn coltrui tevoorschijn. Rechts in het donker kon ik palmen ontwaren langs een lange kustlijn, aan weerszijden van de weg brandden vuurtjes in olievaten als geïmproviseerde lichtbaken. Modesto, de zwager van Martin praatte blij en tevreden tegen me aan en vroeg me van alles. Onder de enorme sterrenhemel was het moeilijk om mijn aandacht te verdelen tussen al de bijzondere indrukken om me heen en het uitwisselen van elkaar’s levens.
 

De schade van orkaan George in de DR: (Martin)

Officieel werden er 300 doden gevonden; 112 bruggen verwoest. Vele dieren werden gedood en een groot deel van de bomen en gewassen vernield, waardoor de prijzen voor levensmiddelen verdubbeld tot vervijfvoudigd zijn.

Onder de broeders zijn er op 't platte land 'n paar honderd dakloos geworden. Voordat wij aankwamen was er al een team van 100 broeders uit de VS geweest, die het land hadden geholpen. Ik kreeg nog een achtergelaten pet met het opschrift "Iglesia de Cristo - Ayuda de emergencia" van iemand cadeau. Onze Amerikaanse broeders waren blijkbaar goed voorbereid in de provincies rond San Juan en Baraona actief geweest. Gelijktijdig waren er vanuit Puerto Rico twee vrachtwagens met hulpgoederen met matrassen, kookgereedschappen en kleding in San Juan aangekomen. Broeder Alexis, die ook in dit gebied geweest was, gaf ons zijn advies inzake onze bijdrage: nl. om aan de armste broeders in de wat kleinere dorpen en voorsteden hulp te bieden i.p.v. aan "San Juan", die door de publiciteit in de media door verschillende organisaties reeds toebedeeld was. Volgens Alexis weet eigenlijk niemand dat deze haveloze 'hermanitos' bestaan. Voor ons bood zich het alternatief aan om hulp naar de verstrooide gemeenschappen te sturen. Hoe betrekkelijk de informatievoorziening door de media toch is.
 

Eerste ontmoeting met de broeders in Las Caobas:

Deze gemeente wordt geleid door broeder Medina. Hun gebouw staat op hetzelfde terrein samen met twee huizen van broeders. Het werd twee jaar geleden door de broeders zelf gebouwd en ziet er bescheiden en toch heel fraai uit. Hier hebben wij de meeste tijd gewoond en uiteraard ook aan de dienst meegedaan.

Wat je heel sterk in elke bijeenkomst voelt is de vastberadenheid om God te willen dienen. Elke broeder komt er vurig voor uit dat hij een Christen is. Als je hoopt als stille toehoorder in de achterste rij te kunnen schuilen, ken je hun gewoonte niet. Men vond al vrij snel dat ook Ruben voldoende Spaans beheerste om in het slotgebed voor te kunnen gaan. Ook in deze gemeente zingt men de traditionele liederen naast een hele reeks korte en makkelijk te onthouden 'canticos'. Wij hebben door oefenen vijf uit het hoofd geleerd. Hiermee willen wij ons niet beroemen want het vierjarig zoontje van Modesto kent er bijna 15 uit zijn hoofd, helemaal met tekst en melodie. Het accent ligt op het aanmoedigen van onze harten. En stel je bent alleen en zonder liederboek, zoals Paulus toen in de gevangenis ...

Elke zaterdag groeperen zich de broeders in dienst van de verspreiding van het evangelie. Ook hier komt de groei niet van niets, ze moeten voor elke ziel strijden en tijd aan het evangelisatie werk geven.

Wij hadden voor een aantal broeders hemden meegenomen en aan een broeder die in 'Las Caobas' gastspreker was een gift gegeven, omdat zijn huis door "George" verwoest was.
 

Bezoek aan een 'baby-Gemeente in Hato Nueuvo:

Wij zouden een kleine gemeente net buiten de stad gaan bezoeken. We reden langs groene suikerrietvelden en even later zagen we een eindeloos groot zwart veld met dode bomen, takken ed.. Dit was dus de bestemming van de vrachtwagens met puin van de orkaan die je de hele dag in de straten zag rijden. Bij Hato Nuevo aangekomen keken we een beetje rond toen een eenvoudig houten huis onze aandacht trok. We vroegen de bewoners of we een foto van hun huis mochten maakten kwamen in gesprek over Christus en zijn gemeente die zich hier aan het vormen was. Tussendoor probeerden zij handgemaakte kussens aan ons te verkopen. Tenslotte kwamen ze toch naar de dienst. Zonder overgang was het nacht geworden. We zaten in een niet afgemaakt gebouw en keken naar de sterrenhemel die zich snel begon te verduisteren. We hadden geen dak boven ons hoofd en er dreigde een zware regenbui op te komen. De dienst was krachtig ondanks het relatief kleine aantal deelnemers. De eerste druppels kon ik al voelen. Geprezen zij de Heer dat we droog bleven, want de ongelovigen hadden al met ons de spot gedreven dat 'de christenen vandaag in hun dakloos gebouw nat zouden gaan worden'. Wij gaven aan de voorganger in Hato Nuevo een financiële bijdrage voor het dak en keerden met een blij hart terug.
 

Bezoek aan de Gemeente in ensanche Altagracia:

Modesto bracht ons s'avonds naar de gemeente in Altagracia, de wijk ligt naast die van Las Caobas. De dienst was nog niet begonnen, maar een groep mensen was onder het licht van een olielamp alvast gaan zingen. Nadat we door iedere aanwezige hartelijk waren begroet, oefenden de broeders met ons meerdere liederen, om te zien wat we kenden. Ik kende er wel een paar maar we waren ook erg benieuwd naar een speciaal lied van deze Gemeente: "Los Libros de la Biblia" (Boeken van de Bijbel). We hadden nog maar 20 minuten voor de dienst, maar kregen toch onze zin. Ze begonnen "Los Libros" met een eenvoudige maar meeslepende melodie te zingen, prachtig en met een duidelijke tekst van hun vertolking van waar de Bijbel in het kort over gaat.

De deuren bleven open zodat de broeders en zusters uit volle borst moesten zingen om boven het lawaai op straat uit te komen. De ruimte begon zich snel te vullen en het lied werd steeds luider. Net op tijd begonnen we met de dienst; eerst een serie gebeden en gezang, waarbij vrijwel elke broeder een keer in gebed en daarna met een lied voor ging. Ook wij werden gevraagd ons deel bij te dragen. Ook kregen we de gelegenheid om de broeders na afloop van de preek toe te spreken. Het sobere gebouw, het gezang van de gebroken harten maar nog veel meer de eenvoud en ijver waarmee de broeders onze Heer dienen, en de vriendelijke ogen vol zekerheid en vastbeslotenheid in het geloof, voor 'n moment voelde ik me als door een tijdmachine naar de eerste eeuw gestuurd tot het knetterende lawaai van een Suzuki me weer naar de 20e eeuw terugbracht.
 

Bezoek aan de Gemeente in ensanche Osama: (Ruben)

We zouden de grootste gemeente in de hoofdstad bezoeken: Osama. Al vroeg in de ochtend gingen we op weg, Modesto, zijn vierjarig zoontje Junior en ik. Het was de eerste dag dat Martin ziek was (waardoor de geplande bezoeken naar een aantal gemeenten en naar het platte land niet door konden gaan).

Een bus, een schamele taxi en nog een bus en een ruim uur later kwamen we in een rustiger en beter gedeelte van de stad. We waren aan de late kant. De grote zaal van een in wit en lichtblauw uitgevoerd kerkgebouw was al flink gevuld. Modesto zette zijn zoontje op een bank en we gingen direct door naar een zijkamer. De deur ging op een kier en ik zag een ruimte vol met broeders die onze richting opkeken. Na aandringen stak ik de vloer over om me te scharen bij de menigte mannen die naar een spreker luisterden. De sfeer was indrukwekkend, levendig, krachtig en opbouwend. Dit was alleen nog maar een warming up voor de dienst.

De gemeente deed mij denken aan die in Wembley te Londen, zo ver weg. Zo'n 200 tot 300 aanwezigen. Tijdens de preek werd er in een bovenzaal een studie gehouden voor jongere leden. Ik bleef beneden en mocht tenslotte een doop meemaken van een nu nieuwe broeder. Na afloop vond er nog een bijeenkomst plaats voor allerlei broeders van gemeenten door het gehele land om activiteiten te organiseren.
 

Organisatie en groei van de Gemeenten van Christus in de DR: (Martin)

De groei: In 1998 bestonden er in het hele land 82 "Iglesias de Cristo", tegenover slechts 20 in 1987. De eerste evangelist was broeder Silfides Matos geweest (Ens. Osama, Santo Domingo). In San Pedro de Macoris werkte broeder Jacobo Matos. De gemiddelde gemeente is ca. 50 leden groot. Naar schatting zijn er dus minstens 4000 broeders en zusters in de DR.

Organisatie: Wanneer een Gemeente sterk genoeg is evangeliseert men ook in wijken waar nog geen Gemeenten bestaan. Als er goede aarde is, kunnen ze besluiten een dochter te planten. Deze zal dan worden gesteund tot ze volwassen is geworden. Onderling wisselen Gemeenten predikanten uit om te bevorderen dat de preken gevarieerder en interessanter worden en voor het onderhouden van contacten. De meeste gemeenten komen 3 tot 4 keer in de week bij elkaar. Ad hoc vinden thuis bij broeders evangelisatie bijeenkomsten plaats, die voor deze bijeenkomst zo veel als mogelijk vrienden en buren uitnodigen. Hieruit ontstaan vaak vaste kringen die wekelijks bijeenkomen, het begin van een 'baby'-gemeente.

Zusters organiseren o.a. en Los Praditos gratis kinderopvang, waarin ze de kinderen geestelijke liederen leren en Bijbelstudie geven. In gemeenten met veel jongeren komen deze wekelijks in bijzondere bijeenkomsten bij elkaar. Tevens organiseren de jongeren regelmatig kleine uitjes naar het platte land. Eens per jaar huurt de Iglesia de Cristo een kamp, te vergelijken met ons Ardennen kamp, waarbij uit het hele land honderden leden bij elkaar komen. Maar ook oudere broeders en zusters die zich nog jong voelen bezoeken deze uitjes graag. Ongeveer eens per 3 maanden nodigt een gemeente de andere gemeenten uit voor "confraternidad" (verbroedering). Dit duurt een dag, met veel zang, kennismakingen en het uitwisselen van gedachten. De gastheer gemeente zorgt voor de organisatie en voor het eten en drinken. Zodra een redelijk aantal broeders het willen, organiseren zij een bidstond. Dit noemen ze "vigilia" (bewaken). Het begint s'avonds tot een afgesproken tijdstip laat in de nacht of soms tot de volgende ochtend. Ook hier komen vaak bezoekers naar toe.

Er werken minstens 7 full-time evangelisten in het land, die de opbouw van Gemeenten ook in afgelegen gebieden tot taak hebben. Hiervan hebben wij twee mogen leren kennen:

Alexis Peña Sosa                                    Pascual Bienvenido Perez Gómez
Calle Santiago no. 29                             Residencial Moises calle B # 34
Ens. Altagracia de Herrera                     Los Minas
Santo Domingo, Rep. Dom.                     Santo Domingo, Rep. Dom.
Tel. 1809-5311833                                 Tel. 1809-5933215

                            Dpdo. Postal 99-12 (postbus)
                            Franklin-Gomez@hotmdil.com

Broeder Alexis werd door een arme Gemeente in Altagracia gesteund, waar hij tevens voorganger is. Hij is getrouwd, onderhoud vier kinderen en drie kleinkinderen. Verder heeft hij nog een weeskindje (ten gevolge van de orkaan) uit Sambrana de Cotuí in zijn gezin opgenomen, waardoor ze nu tien zielen tellen.
 

Los Minas: (Ruben)

Los MInas. De sfeer in Osama waar je geborgen kon voelen in een grote groep mensen was geheel anders in een van de Gemeenten in de armere wijken. Daar durfde ik mij nauwelijks te bewegen: ik had het gevoel op heilige grond te staan. In een kleine ruimte die eerst dienst moet hebben gedaan als winkel, puilden de leden uit de deuropeningen. Alle aandacht was gericht op het woord. De nederigheid, eenvoud en toewijding van de broeders en zusters drong tot de ziel door. Hoe krachtig zang ook kan zijn! Dat we tijdens het bidden gingen knielen leek niet meer dan een vanzelfsprekende handeling. De spreker, die kon doorgaan voor een hedendaagse Paulus, met kracht de gekruisigde Christus predikend, vroeg Nederland om hun Gemeente in gebeden te bewaren. In ieder geval konden we alvast twee thuisgebleven zieke zusters financieel helpen.
 
 

Church of Christ Los Minos
church of Christ in Los Minas




Door het bezoek aan de vele broeders en de vele gemeenten was deze reis er een die alle vakanties in het niet deed vallen. Gloria a Dios!
 

Quisquella: (Martin)

Quisquella was de derde gemeente die we vandaag bezochten. Wat opviel waren de vele zuster maar te weinig broeders hier. Dit was vermoedelijk een belangrijke oorzaak waardoor de dienst minder krachtig was als bijvoorbeeld in Los Minas. In deze Gemeente waren vroeger vele ongetrouwde broeders, die later trouwden en verhuisden omdat Quisquella een dure wijk is, waar je schandalige prijzen voor de grond moet betalen. Vele broeders en zusters die hier komen wonen dan ook in een 'semillero' vlak bij, met de naam: "Los Praditos". Laten we ook voor deze Gemeente bidden dat God hun bijstaat. Aan zuster Pocha, net weduwe geworden met een verstandelijk gehandicapte zoon hebben wij financiële hulp kunnen geven. Een broeder woont in het kerk-gebouw omdat hij geen onderdak heeft. Hem hebben wij ook een financiële hulp plus kleding kunnen geven.

Een alom bekende bacterie "Meba" had mij, en in wat mindere mate ook Ruben, geveld (vermoedelijk door besmet water opgelopen). Door koorts en hevige diarree geplaagd konden wij niet persoonlijk naar de verre Gemeenten in de provincie waar "George" en overstromingen gehuishoud hebben. Wij stuurden daarom onze financiële bijdragen met Alexis mee aan:

* Santo Maria Basquez (voorganger in S. de Cotuí) t.b.v. de Gemeente te Sambrana de Cotuí, diens nederzetting gelegen tussen de bergen dit seizoen voor de 2e keer werd weggespoeld; hun onderdak met huisraad en dieren gingen verloren. Naast de financiële hulp bracht Alexis hun in een ware moddertocht namens ons ook een tas met 20 kg. aan goederen.

* Eligio Fría (voorganger) t.b.v. de Gemeente te Samaná de la Mar, 150 km van de hoofdstad, gelegen in een grote baai aan de.

* Bolivar de Espinoza (voorganger) t.b.v. de Gemeente te Peñon, provincie Baraona, 200 km van de hoofdstad ten westen van Baraona aan een binnen-zee gelegen.

* Miequel Tejada (voorganger) t.b.v. de Gemeente te Bayaguana, 60 km ten noordwesten van de hoofdstad gelegen.

Wij hebben ervaren dat de meeste broeders in de DR ook zonder orkaan op het bare minimum moeten leven en er zijn maar weinig welgestelde broeders daar, waardoor hun collecte niet erg opschiet voor grotere uitgaven. De mensen zijn zich daar heel bewust van elkaar afhankelijkheid. De familie en de gemeente vormen het sociale vangnet. Elke gemeente maakt deel uit van het lichaam van Christus. En als in ons lichaam het knie bijvoorbeeld pijn doet, dan zal je hand het willen gaan troosten. Christus beveelt ons het zelfde met zijn lichaam te doen.. Dit zal hun problemen misschien niet helemaal oplossen, maar wel verzachten. Hier in Europa kennen wij een hoeveelheid aan liefdadige doelen, waarvan wij meestal niet weten waar de gift naar toe gaat. Nu zijn wij daar getuige van een krachtig geloof geworden en voelen de nood van deze mensen ook als onze pijn. De evangelisten Alexis en Pascual vragen aan de gemeenten in Nederland om een financiële bijdrage t.b.v. het beschadigde dak van Alexis en in Los Minas t.b.v. een groter kerk-gebouw. De gemeente heeft een grotere ruimte nodig i.v.m. hun groei (ze staan vanaf de straat naar de dienst te luisteren) en om activiteiten, zoals voor een gezondheidscentrum en iets voor de jeugd te organiseren.

Wij willen onze liefdadigheid laten blijken door drie maanden een actie te voeren; onze bijdrage op te sparen en in verband hiermee in alle gemeenten het Woord te preken en getuigenissen te geven en zo iedereen aanmoedigen ons voorbeeld te volgen . Als je ook graag een extra gift naar de broeders daar wil zenden, kan je dit contant aan ons geven of door overmaking op bank-rekening: 3135.442.152 (Rabobank) t.n.v. M.P.Cerneus e/o O.Paniagua inzake Kerk van Christus, Staverdenplein 17, 1107 LE Amsterdam. Voor informatie bel tel. 023-5278006 (Ruben) 020-6961877 (Martin)
 
 


Back to Mission Index                    Back to Main Menu